De sekte van de cobra                                                                                                                         door Paul van Loon

Het boek de sekte van de cobra gaat over een jongen genaamd kiezel die met zijn stiefvader op een boerderij ver van de stad woon. De stiefvader van kiezel: Armando, Is erg ziek en kiezel moet voor hem zorgen. Kiezel kon al vanaf zijn derde geweldig fluitspelen zonder dat hij dat ooit van iemand had geleerd. Als kiezel een keer in het weiland zit en op zijn fluit speelt stopt er een grote dure auto. Uit deze auto komt een enorme man met lange nagels. Hij noemt Kiezel een sjamaan en beveelt hem met hem mee te gaan. Kiezel weet niet waar de man het over heeft en wil niet mee. Dan geeft de man hem een dreun en tilt hem op ondertussen begint kiezel te gillen. 

Op dat moment wordt de zieke Armando wakker en gaat het huis uit om te kijken wat er aan de hand is. hij ziet de man en rent zo snel als hij kan op hem en kiezel af. Hij beveelt de man Kiezel te laten gaan. De man zet Kiezel weer neer stapt in de auto en rijd weg. 

Diezelfde nacht overlijd Armando. En de volgende ochtend komt de man terug. Hij zegt tegen Kiezel dat hij Korg heet en dat Kiezel vrijwillig mee kan gaan en zo niet dan zal hij hem in elkaar moeten slaan. Kiezel weet Korg echter met een list de kelder in te lokken en daar op te sluiten. Korg is helaas erg sterk en weet heel erg langzaam weer uit de kelder te komen. Kiezel weet dat hij niet veel tijd meer heeft en besluit naar de stad te vluchten.

 

Kiezel rijd mee met een vrachtwagen die varkens vervoert en komt in de stad aan. Als hij in de stad is weet hij niet wat hij ziet. Overal mensen en gebouwen. Een beetje verbaast dwaalt hij door de stad heen en raakt verdwaald. Als de nacht valt komt hij een jongen tegen die zegt dat hij hem onderdak kan geven. Kiezel neemt dit aanbod aan en gaat met de jongen mee. Als ze in het appartement aankomen ziet hij een hele hoop andere ziek uitziende kinderen die smeken om medicijn. De jongen zegt dat ze wachten op een goedje dat ze medicijn noemen en wat over een paar uur wordt gebracht door iemand die de weldoener wordt genoemd. Als de weldoener arriveert blijkt voor de lezer dat hij drugs verkoopt maar Kiezel die nog nooit van drugs heeft gehoord denkt dat dit echt medicijn is.

 

Dan gaat het in het volgende hoofdstuk oppeens over iemand anders, een meisje genaamd Jessie. De ouders van Jessie zijn gescheiden en haar broer is weggelopen. Jessie vindt de nieuwe vriend van haar moeder maar een engerd. Als hij een keer haar kamer in loopt probeert hij haar aan te randen. Voor Jessie is dit de druppel en ze loopt weg van huis. In de stad zoekt ze een kamer die ze kan huren. Ze vindt er een in het huis van mevrouw Regenbaum. Zij en mevrouw Regenbaum raken goed bevriend.

 

Een paar maanden later is Kiezel echt aan het zogenaamde medicijn verslaafd. En speelt in de metro op zijn fluit om wat extra geld te verdienen als Jessie toevallig langsloopt. Iets zegt haar dat zij de verslaafde fluitspelende jongen mee moet nemen. Ze luistert en neemt Kiezel mee naar haar huis. Hier laat ze kiezel afkicken. Ze liegt tegen mevrouw Regenbaum dat Kiezel haar broer is want ze is bang dat ze het niet goed vindt dat er een verslaafde vreemde in haar huis woont. Stiekem heeft mevrouw Regenbaum wel door wat er aan de hand is. 

 

Wanneer Kiezel weer helemaal clean is neemt ze hem een keer mee naar het museum. HIer is op dit moment een tentoonstelling over sjamanisme. Wanneer Kiezel op de tentoonstelling de kleren van een sjamaan van lang geleden ziet krijgt hij visioenen. Hij ziet allerlei mensen rond een vuur dansen en in een rare taal zingen, hierna valt hij flauw. Jessie die tijdens de afkickperiode wel heeft gemerkt dat er iets met hem aan de hand is zegt tegen hem dat hij een sjamaan is. Kiezel kan haar niet geloven en gaat naar bed.

 

Als Jessie een paar dagen later door Korg wordt ontvoerd moet Kiezel zijn pas ontdekte krachten gebruiken om Korg en zijn duivelse baas te verslaan en Jessie te bevrijden.  

 

 

De hoofdpersonen uit dit boek zijn:

1: Kiezel 

2: Jessie

3: Korg

 

Bijpersonen zijn:

1: Armando

2: mevrouw Regenbaum

 

Ik heb sympathie voor Kiezel en Jessie omdat zij veschillende goede dingen doen. Omdat ik medelijden heb met Kiezel omdat hij zijn stiefvader kwijtraakt.

 

Ik heb juist geen  sympathie voor Korg omdat hij Kiezel dood wil hebben en indirect verantwoordelijk is voor de dood van Armando.

 

De thema van dit boek is sjamanisme omdat Kiezel een sjamaan is en er wordt in best veel over uitgelegd. het thema zou ook drugs kunnen zijn omdat een groot deel van het boek Jessie en Kiezel allebei met drugs te maken hebben.

 

In het boek wordt er niet echt over een bepaalde tijd gepraat maar in de stad lopen mensen wel al met smartphones over straat waardoor het zich wel in deze tijd moet afspelen. Het boek speelt zich ook in chronolochische volgorde af. Er komen geen flashbacks in voor.